Discographie

www.orgelnieuws.nl Jaap Rots, :
“Aeolus maakt met deze cd zijn naam als kwaliteitslabel helemaal waar. Erg goede solisten, een fraai zingend koor, verrassende instrumentalisten op harp, cello en contrabas, een prachtig orgel, een goede organist en een dirigent met een uitgesproken visie op de muziek die hij wil uitvoeren.”
add Mehr Details...

César Franck is buiten de orgelwereld amper bekend als componist van orgelmuziek. Orgelliefhebbers kennen hem allemaal, maar ze weten niet dat hij behalve Psaume 150 en Panis Angélicus nog veel meer koormuziek heeft geschreven. Aeolus brengt daar verandering in. De koormuziek op deze eerste cd van wat een serie met Francks werk voor koor en orgel moet worden staat muziek die minder romantisch klinkt dan we van Franck gewend zijn.
De Parijse componist stond enige tijd onder invloed van een groep componisten die terug wilde naar de wortels van de kerkmuziek: het gregoriaans. In tegenstelling tot zijn collega’s gebruikte Franck in zijn nieuwe muziek geen gregoriaanse motieven, maar de composities klinken door het ontbreken van chromatiek veel ouder dan ze in werkelijkheid zijn. Franck is binnen dit idioom erg vindingrijk, blijkt bij het beluisteren. Met weinig themamiddelen maakt hij fraaie composities. Dextera domini (Gods rechterhand – psalm 118) is een stuk van bijna tien minuten met een korte tekst. Veel herhalingen, maar het verveelt geen moment.
Vier onbekende orgelwerken – net als de koorstukken geschreven voor de liturgische praktijk van de Sainte Clothilde - zorgen voor afwisseling. Echte ‘Roomse’ muziek – de wierook komt nog net niet uit de boxen.
Fransen hebben nog wel eens de neiging met veel vibrato te zingen. Maar de zangers op deze cd krijgen van dirigent Bernard Tétu de kans niet. Ze zingen mooi strak en sonoor en uitermate zuiver. Franse orgels zijn ook nog wel eens vals op cd-opnamen. Ook dat is hier niet het geval. Het Cavaillé-Coll-orgel in de St. François-de-Sales voldoet zeer goed als begeleidingsinstrument. Met de zwelkasten dicht lijkt het een groot harmonium, met kasten open is het een echt orgel.
Over een goede cd kun je een lang stuk schrijven. Bij deze cd moet dat niet, want ik wil u niet langer ophouden om snel naar de winkel te gaan.

Jaap Rots

www.orgelnieuws.nl

Rezension im Original laden:
AE-10013 Orgelnieuws.jpg 338,53 kB

Diapason Paul de Louit, :
“Les héros de cet enregistrement sont des chœurs aux couleurs magnifiques, à la fois intimes et généreuses. Heureuses paroisses parisiennes, si vraiment elles connurent des formations de ce niveau, et un maître de chapelle comme Bernard Têtu !”
add Mehr Details...

Au firmament des maîtres de chapelle, l'organiste César Franck eut des rivaux doués. De son vivant, son frère Joseph - auquel on devrait bien, d'ailleurs, s'intéresser aussi. Ensuite, sa propre stature mythifiée, qui censura un répertoire réputé bassement utilitaire. Or, il suffira de ce volume pour convaincre que tout Franck est présent, dès les années 1850, dans l'humilité de ces « petites » pièces. Tout ? évidemment, pas le (trop) ambitieux fresquiste des Béatitudes ; mais bien le bâtisseur de formes : mélodies fermement ancrées, cellules génératrices, développements ficelés, harmonies riches... le tout creusé comme à la gouge, avec ces insistances d'artisan qui faisaient soupirer Gédalge comme des laborieusetés. Au surplus, un charme tendre auquel son « grand œuvre » est réticent ; et aussi, parce qu'on précède l'ère des grégorianismes austères et des préraphaélites blancheurs, une monumentalité pompeuse et cependant familière, jamais pompière, qui situe Quee est ista et Dextera Dominiau niveau des joyaux du répertoire anglican.

Diego Innocenzi, sur le célèbre instrument lyonnais (1880), donne aux pièces d'orgue une épaisseur qui les tourne vers les recueils de la maturité. Sûr de ses tempos, maître de son discours, lui-même a suffisamment mûri en quelques années pour oser désormais sans craindre la vulgarité, çà une pédale d'orage pour renforcer le dramatisme quasi narratif de l' Offertoire en sol mineur, là un toucher martelé pour galvaniser celui en fa dièse. S'il s'enlise davantage dans celui en si, c'est aussi que la musique n'a pas le même intérêt. Les couleurs instrumentales convoquées avec l'orgue (la harpe, le violoncelle et l'inévitable contrebasse) sont irréprochables, les solistes vocaux un peu trop dans le note-à-note ; mais les héros de cet enregistrement sont des chœurs aux couleurs magnifiques, à la fois intimes et généreuses. Heureuses paroisses parisiennes, si vraiment elles connurent des formations de ce niveau, et un maître de chapelle comme Bernard Têtu !

Paul de Louit

Rezension im Original laden:
AE-10013_Diapason.jpg 183,17 kB

Fono Forum M.S., :
“Das interpretatorische Niveau der Aufnahme ist durchweg sehr gut - und macht es den angenehmen bis anrührenden Stücken leicht, ins Ohr zu finden.”
add Mehr Details...

Angenehm

Diese verdienstvolle CD vereint verschiedene geistliche Werke von Cesar Franck (1822-1890), die hierzulande selbst in Expertenkreisen kaum bekannt sein dürften. Bei den Vokalkompositionen handelt es sich dabei überwiegend um kurze Oratorien für dreistimmigen Chor und Orgel zu verschiedenen feierlichen Anlässen; interpoliert mit einigen Stücken für Orgel solo. Francks Klangsprache ist hier - anders als in den meisten weltlichen Werken - unverkennbar vom Bemühen um einen schlichten Tonfall geprägt und lebt nicht zuletzt von seiner melodischen Erfindungsgabe. Das interpretatorische Niveau der Aufnahme ist durchweg sehr gut - und macht es den angenehmen bis anrührenden Stücken leicht, ins Ohr zu finden.

M. S.

Rezension im Original laden:
AE-10013_Fono_Forum.jpg 84,89 kB

Amercian Record Guide Vroon, :
“It's beautiful music, beautifully performed and recorded — and all new to me but dependably Franck.”
add Mehr Details...

Cesar Franck went to St Clothilde in 1857 and stayed there until he died in 1890. In 1859 he dedicated the new Cavaille-Coll organ there, and that instrument inspired some of his greatest music. This is the first volume of a series that will bring us his vocal-with-organ music from his years at that church. These are early works, from the late 1850s and early 1860s.
There are four organ offertories, five other offertories (with singers), three pieces called 'O Salutaris', two Ave Marias, and a few other pieces. The organ is in everything. Some of these pieces were written for the adoration of the sacrament at Vespers, but most were for the mass itself. The adoration was a 19th Cen­tury innovation that you still see in some churches.
There are soprano, tenor, and bass soloists; and there is a choir that combines children from the Geneva Conservatory Maitrise with the Solistes de Lyon. The recording was made in Lyon at St Francis de Sales, where there is a glorious Cavaille-Coll organ that survives largely unchanged. The SACD sound yields a real sense of space.
Three of the organ offertories here are quite wonderful, as are some of the motets. The cello turns up as a soloist in a couple of pieces, as does the contrabass. The harp emerges in a couple as well. Nothing is based on Gregorian Chant; Franck had enough confi­dence to ignore everything but his own inspi­rations. The Latin texts are pronounced the French way, as was Franck's custom. (Italian pronunciation of Latin only "came in" in 1903.) You notice especially the U in 'O Salu­taris'.
Listening to this was a wonderful devotion­al exercise one Sunday evening. It's beautiful music, beautifully performed and recorded— and all new to me but dependably Franck.

WDR 3 Walter Liedtke, 21. April 2007 :
“Die Einspielung aller Werke für Vokalstimmen und Orgel von César Franck ist ein Projekt, zu dem man die Beteiligten nur beglückwünschen kann: Stilistisch sensibel, hoch musikalisch, mit guten Ensembles und Solisten und das auch noch in einer sehr plastischen Aufnahmequalität - mehr Ehre kann man César Francks kleinen Werken kaum antun.”